De resultaten van een rTMS behandeling bij behandelresistente depressie in onze kliniek is weergegeven in figuur 1 en figuur 2 hieronder. In figuur 1 worden verschillende percentages weergegeven. Deze grafiek laat zien dat 42,2% van de patiënten geclassificeerd kan worden als een ‘responder’. Dit betekent dat er na 10 rTMS sessies een reductie van de klachten te zien is van ten minste 50%, zoals gemeten met een gevalideerde depressievragenlijst (de Beck’s Depression Inventory; BDI). 35,6% van de patiënten kunnen geclassificeerd worden als ‘partial responders’. Deze patiënten laten een reductie van de klachten zien tussen de 25% en 50%. Ten slotte kan 22% van de patiënten geclassificeerd worden als ‘non-responder’. Deze patiënten laten een reductie van de klachten zien die kleiner is dan 25%. In de meeste gevallen wordt er bij deze laatste groep besloten om de behandeling te stoppen na 10 sessies.
Figuur 1.
Figuur 2 laat zien wat de verschillen zijn in de score op de BDI, de depressievragenlijst. Patiënten hebben voorafgaande aan de rTMS behandeling gemiddeld een score van 33,1. Deze score komt overeen met een ernstige depressie. Na 10 sessies is het gemiddelde gedaald naar 18. Deze gegevens zijn het gemiddelde van zowel de responders, partial responders en non-responders. Na 20 sessies is de BDI verder gedaald naar 15,4. Deze score komt overeen met een lichte depressie. De rode horizontale lijn in de grafiek geeft de drempelwaarde voor het diagnosticeren van een depressie met deze vragenlijst. Wanneer de score dus onder deze lijn komt (wat bij veel patiënten het geval is na een rTMS behandeling), is er feitelijk geen sprake meer van een depressie. De resultaten in onze kliniek komen overeen met wat er in de literatuur wordt gerapporteerd.
Figuur 2